EEN VELDMUISJE? JAMMIE! HET KNAAGDIER HEEFT ZICHT ACHTER EEN AANTAL TAKKEN VERSTOPT EN DENKT DAT HIJ VEILIG IS. OP ZIJN BUIK GLIBBERT DE SLANG DOOR HET GRAS, TUSSEN DE TAKKEN DOOR. HET VELDMUISJE HEEFT NIETS IN DE GATEN. DE SLANG RICHT ZICH OP EN SCHIET NAAR VOREN! HEBBES!
Weet je dit al over de slang?

Giftig
De meeste slangen zijn giftig, toch? Fout! Er zijn meer dan 3.000 soorten slangen en daar is maar 15 procent giftig van. Sommige slangen hebben giftanden die centimeters lang kunnen worden. Die tanden zijn hol en zitten vast aan gifklieren. Als de slang zijn tanden in een prooi zet, stroomt het gif uit de gifklier en door de tand.
Vlijmscherpe tanden
De meeste slangen doden hun prooi met hun tanden. Die vlijmscherpe tanden zijn naar achteren gericht. Daardoor kan een prooi die gebeten is, bijna niet ontsnappen. Sommige andere slangensoorten wurgen hun prooi. Pythons en boa’s bijvoorbeeld. Ze wikkelen hun lichaam om hun prooi heen en knijpen hem dood!


Onverwachte aanval
Slangen jagen niet op mensen, maar toch worden er ieder jaar veel mensen gebeten. Dat komt doordat slangen zich soms bedreigd voelen door een mens. Kom je te dicht in de buurt, dan slaan ze zonder waarschuwing toe. Het gif van sommige slangen is sterk genoeg om een volwassen mens te doden. Gelukkig zijn de meeste gifslangen ongevaarlijk voor de mens.